Soortvorming


Soortvorming betekent dat uit een bepaalde populatie van voorouders, verschillende soorten ontstaan. Nieuwe soorten ontstaan als na vele generaties, door een te groot geworden verschil in gedrag en/of erfelijk materiaal tussen verschillende geïsoleerde populaties, onderlinge voortplanting met vruchtbare nakomelingen niet meer mogelijk is. Het steeds meer verschillen tussen aanvankelijk dezelfde soort kan door verschillende dingen komen. Ten eerste kunnen twee populaties van dezelfde soort ver van elkaar gescheiden raken door het ontstaan van een natuurlijke barrière (reproductieve isolatie). Door genetische variatie tussen de afgescheiden groepen en door mutaties die optreden kunnen uiteindelijk verschillende soorten ontstaan. Dit wordt allopatrische soortvorming genoemd.

Ook heb je nog peripatrische, parapatrische en sympatrische soortvorming. Bekijk ook onderstaande afbeelding (klik voor grotere versie). Bij peripatrische soortvorming liggen de verspreidingsgebieden dicht bij elkaar, maar overlappen ze niet met elkaar. Ook deze afscheiding kan komen door een natuurlijke barrière en ook hierbij ontstaan er verschillende soorten door mutaties en genetische variatie. Het verschil tussen allopatrisch en peripatrisch soortvorming is dat bij de laatste één van de populaties veel kleiner is dan de andere.

Parapatrische soortvorming houdt in dat de verspreidingsgebieden op elkaar aansluiten, maar niet sterk overlappen. Binnen dit gebied kunnen verschillende niches (plaats die een populatie inneemt in een ecosysteem) van elkaar gescheiden zijn door een bepaalde milieugradiënt (bijvoorbeeld temperatuur, soort voedsel, hoogte). Hierdoor is de kans op voortplanting binnen het gehele verspreidingsgebied niet overal hetzelfde; er zal eerder voorplanting plaatsvinden tussen individuen die zich binnen één bepaalde niche bevinden. Zo ontstaan er toch verschillen tussen de populaties, omdat genen beperkt worden uitgewisseld.

Bij sympatrische soortvorming vindt er soortvorming plaats terwijl de populaties op dezelfde plaats samenleven. Omdat het wel noodzakelijk is voor soortvorming dat de populaties gescheiden zijn, moet er een verschil in gedrag met betrekking tot bijvoorbeeld voedingsgewoonte of seksueel gedrag zijn, waardoor ze geïsoleerd raken van de rest van de populatie. Deze verandering in gedrag kan mutaties of foutieve mitose- of meiosedelingen als oorzaak hebben. Een leuke animatie over soortvorming vindt u hieronder.

 

Bron: Wikipedia

Bron: https://www.youtube.com/watch?v=NgyR116ap6c&t=6s